Maurits Seidl: ‘De toekomst van Pluq ligt misschien wel in Duitsland’

Maurits Seidl, Director DACH bij Pluq

Deel dit artikel

“Binnen een jaar wil ik met mijn team het meest winstgevende onderdeel van Pluq worden. Ik wil meer dan 10 mensen in Duitsland aan het werk hebben. En er moet een nieuwe hub in Duitsland komen.”

Maurits Seidl (40) barst van de plannen en ideeën.

Dat komt zo: in Duitsland is de infrastructuur voor elektrische auto’s, inclusief laadvoorzieningen, volop in ontwikkeling. Het land is bezig aan een inhaalslag om de transitie naar elektrisch vervoer te realiseren. Dat valt niet licht. De auto-industrie heeft een geschiedenis in olie. Gooi die ankers maar eens overboord…

Er staan nu zo’n 70.000 laadpalen in Duitsland, variërend van standaard laadpalen tot snellaadstations langs de Autbahnen.

Daar vind je Pluq dus niet.

Pluq richt zich in Duitsland vooral op de leisure-sector; hotels, zoo’s, restaurants, wellness-spa’s. Maar vooral op hotels.

“Omdat daar de synergie het beste is”, zegt Maurits. “Voor hotels is het noodzaak om laadinfra aan te bieden. Het is geen nice to have, het is een must have. Op Booking.com is ‘een laadpaal’ een van de criteria voor gasten die een hotel zoeken, zoals roomservice of WiFi. Je hebt een charger nodig om de volgende dag na het ontbijt de weg op te kunnen rijden.”

Luxe hotels zijn een mooie niche. Kwaliteit past Pluq. Daarom hebben we een partnership gesloten met de organisatie van 101 Beste Hotels. Een aantal van deze tophotels heeft inmiddels Pluq-laders, waaronder Traube Tonbach in het Zwarte Woud. Recent heeft de beheerder van Estrel Tower in Berlijn ook voor Pluq gekozen, en daar is Maurits trots op. “Het is een van de toonaangevende hotels. Het is bizar groot: 1000 kamers en twee parkeergarages, goed voor 800 plekken. Het is de hoogste toren van Berlijn, alleen de wereldberoemde Fernseh-turm is hoger.”

Het hypermoderne Estrel is een indrukwekkend project dat perfect past in Pluqs portfolio. “Laadpalen zijn niet hun core business. Estrel wil hotelkamers verkopen en events draaien. Zij zochten een partij die hen op dit punt kon ontzorgen. Ze wilden zich niet met laadpalen bezighouden en voor stroomleverancier worden aangezien. Dat geeft alleen maar gedoe. Als je in Duitsland stroom verkoopt moet je het anders belasten dan wanneer je het zelf gebruikt. Dat is een hoop administratieve rompslomp voor een paar honderd euro winst per jaar.”

Grote professionele partijen doen graag zaken met Pluq, heeft Maurits gemerkt. Ze onderschrijven de noodzaak van een tienjarige verbintenis die we met elkaar aangaan en loyaliteit van iedereen vraagt. Sommige kleine bedrijven hebben daar moeite mee. Ze vinden een lange termijn overeenkomst geen prettige gedachte. “Het is hun grond waarop wij laadpalen aanleggen. Dat ligt gevoelig”, zegt Maurits. “Maar onze contracten zijn fair, flexibel en meer dan okay. Onze propositie is echt goed. Er zitten geen addertjes onder het gras. Een locatie-eigenaar hoeft niets te betalen, wordt volledig ontzorgd en deelt mee in de opbrengst. Tien jaar lang! Natuurlijk weet je niet wat er de komende tijd gebeurt. Dat weet niemand. Woon ik over 5 jaar nog in Nederland? Werken mijn kinderen straks ook voor Pluq? Hebben ze het bedrijf misschien overgenomen? Het lijkt me sterk, maar wie kan voorspellen wat er in de toekomst gebeurt?”

Juristen van grote professionele organisaties waarderen de lengte van de verbintenis en hebben er dus geen enkele moeite mee. Als je onderweg van elkaar af wilt, valt overal een mouw aan te passen. “Pluq heeft voor alle situaties een oplossing. Maar wel tegen redelijke voorwaarden. Wij investeren tientallen duizenden euro’s in de aanschaf, installatie, het onderhoud en beheer van laadpalen. Wanneer een klant het contract tussentijds wil opzeggen, zal daar enige compensatie tegenover moeten staan. Dat is niet meer dan logisch.”

Wij denken dat we een prachtig aanbod hebben voor hotels. Zij profiteren optimaal zonder dat het ze een cent kost. Natuurlijk zijn er ondernemers die uiteindelijk zelf laadpalen kopen en laten installeren, omdat ze vermoeden dat ze er veel geld op gaan verdienen. “Wij wensen die mensen veel succes.”


Een rekensom:

Bij een laadpunt (socket) wordt in Duitsland gemiddeld 5 kilowattuur geladen. De prijs die je boven op de stroomprijs kunt rekenen is maximaal 26 cent, anders prijs je jezelf uit de markt.

31 dagen x 5 kWh x 0,26 euro = 44 euro.


Maurits: “Hoe wil je jouw initiële investering van 10.000 terugverdienen en er tegelijkertijd voor zorgen dat de laadstations altijd werken en dat er afrekensysteem operationeel is om alle facturen rond te sturen en belastingafdrachten te realiseren?”

Maurits Seidl is een gedreven mens. Als hij ergens voor gaat … dan ook helemaal. Hij groeide op in Zuidoost Duitsland, waar zijn vader een gasthof managede. Hij kreeg het hotelwezen met de paplepel ingegoten. Omdat zijn moeder Nederlandse is, en hij als jongvolwassene graag meer wilde zien van de wereld, ging hij aan de Hogere Hotelschool in Den Haag studeren en rondde hij daarna nog een studie politicologie en geesteswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam af. Niet omdat hij dit zo leuk vond, maar omdat hij van mening is dat je iets af moet maken als je eraan begint. “Dat is de Duitser in mij.”

Zijn eerste echte job vond hij bij Hoteliers.com waar hij Duitse hotels ondersteunde met marketing-activiteiten en het opzetten van websites. Als accountmanager kwam hij op veel verschillende locaties en ontmoette hij veel nieuwe mensen. “We waren echt iets aan het opbouwen.” En omdat dit hem goed bevalt, doet hij dat nu bij Pluq. Samen met zijn team adviseert hij ondernemers in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland op het gebied van laadinfra en wil hij Pluq groot maken in de DACH-regio.

DACH Team Pluq
DACH Team Pluq (Maaike, Maurits, Katarina, Georg, Pia – vlnr)

Hoewel hij niet in de toekomst kan kijken, ziet Maurits dat er flinke stappen worden gezet. “We zijn nu ook bezig in de vastgoedsector en voeren gesprekken met themaparken zoals Holiday Park, terwijl pret- en attractieparken en dierentuinen ook super interessant voor ons zijn. Pluq wil gewoon plekken staan waar mensen graag komen om enige tijd verblijven. Dan zijn wij op ons best. We hebben trouwens net een contract getekend met een zorgorganisatie met 100 locaties. Ook daar merken ze dat steeds meer bezoekers met een elektrische auto komen.”

Duurzaamheid is belangrijk thema voor Maurits. “Ik ben opgegroeid in de natuur en samen met mijn vrouw heb ik twee jonge kinderen Dus ja, ik denk er veel over na. We delen met heel veel mensen een planeet die we leefbaar moeten houden. Ik zou iedereen willen vragen: let een beetje beter op elkaar. Ruim je rotzooi op. Als fervent zeiler heb ik gemerkt dat het klimaat verandert. Je kunt dat niet ontkennen. Als individu alleen kan je het niet tegengaan, maar met een kring mensen om je heen kun je wel degelijk iets bereiken. Het is een opgave aan ons allemaal.”

Voor nu is het volle kracht vooruit en gas geven om meer locaties in de DACH-regio van laders te voorzien en Duitsland van fossielvrij te maken. Zijn ambitie is grenzeloos. Maurits is er ook van overtuigd dat de toekomst van Pluq in Duitsland ligt. En misschien zijn eigen toekomst ook wel. Nu woont hij nog in Amsterdam, maar er zijn plannen om een nieuwe Pluq-hub in Nordrhein-Westfalen, ergens in de driehoek Keulen- Düsseldorf – Dortmund te vestigen.

Voor zijn gezin is het idee ook bespreekbaar. Maar het is en blijft een flinke stap.

En zelf een hotel beginnen?

Dat zou misschien ook nog kunnen, maar voorlopig niet. “Mijn vrouw kan ongelooflijk goed koken en heeft net als ik de hotelschool gedaan. Dus wie weet zetten we ooit nog iets op met elkaar. Iets leuks… Niet te groot, gewoon voor de fun. Want ik weet ook dat het fokking veel werk is om een hotel te runnen. Daar zullen dan wel Pluq-laadpalen staan. Niet voor tien jaar, maar tot in de oneindigheid. Zo leuk vind ik Pluq. We hebben een geweldig team, met veel expertise en dynamiek. Er heerst een relaxte sfeer, terwijl we enorm veel werk verzetten. Ik heb echt zin in de toekomst. Duitsland gaat de komende jaren veel van ons horen.”